vrijdag 25 mei 2007

Cassius Clay.


Ik sta altijd vroeg op en ga gelijk aan de slag. Dat aan de slag gaan moet u zo zien. Ik stap in mijn nakie op mijn hometrainer, stap er gelijk weer af omdat ik denk: je bent een lul de behanger, jongen. Eerst je kop wassen, dan kleren aantrekken, dan je pillen innemen, een ontbijtje klaarmaken, een shagje roken en dan pas op de hometrainer. Dat is de officiële volgorde. Maar soms weet ik niet wat ik doe ’s ochtends, en dan fiets ik naakt een bergrit in de Tour de France, met het buitenblad.
Het leven van de eenzame man wiens leven is verwoest. Ik heb nooit een vrouw gekend, ik ben nooit verliefd geweest, ik durf ook niet naar de hoeren. Ik heb wel eens bij een bushalte gestaan, in gezelschap van diverse dames van mijn leeftijd, knipogend zeggende: ‘Ik ben ook heteroseksueel’, maar van enig effect was geen sprake. De dames wensen zulke openhartigheid niet, zij wensen gekontjebonkt te worden door indifferente hunks die in het weekend halve marathons lopen.
Elke ochtend maak ik een wandeling door het dorp. Die wandeling gaat via een vaste route, opdat ik nooit voor verrassingen kom te staan. Ik loop eerst zuidwaarts, door de nieuwbouwwijk. Dan beklim ik de duintrap van het Blaarduin. Boven gekomen rust ik even uit, want ik heb etalagebenen. Dan ga ik in dalende lijn naar de Weth. Blondweg, waar het weer klimmen is, want we bevinden ons hier midden in de duinen. Op het hoogste punt aangekomen rust ik weer uit, ga linksaf de bossen in, die ik ook volgens een vast patroon doorkruis. Dan kom ik uit bij café De Ghuldene Corff en de rest van de bewoonde wereld, en dan is het nog maar een klein stukje terug naar huis. Ik doe deze wandeling al ruim negen jaar, elke dag, en mij is nog nooit iets overkomen.
Tot gisterochtend. Ik zag op de Weth. Blondweg een vrouw, of laat ik het in de goede volgorde vertellen. Ik zag een hondje, een grijscrème vuilnisbakje, dat op me toerende en me in mijn broekspijpen greep. Toen pas zag ik de vrouw. Ze was van mijn leeftijd. Ze verontschuldigde zich: ‘O sorry, meneer! Gijs, ga af, rotbeest!’ Gijs liet los en ging dwaas hollend op zoek naar verdere vijanden, die achter elke pol helmgras schuil konden gaan.
Ik glimlachte wat en ze zei: ‘Dat is Gijs, hè.’ We praatten nog wat, over de diverse kruisingen van hondenrassen die tot de geboorte van het mormel hadden kunnen leiden, totdat ze zei: ‘Weet u, meneer. Ik ben manisch depressief.’
‘Dat zijn dan twee zielen op één buik, of hoe gaat dat gezegde.’
‘Bent u het ook?’
‘Ja ja.’
‘Met zelfmoordpogingen?’
‘Twee, ja.’
‘Kijk,’ zegt ze, en ze laat me haar linkerpols zien. Ik vertel haar maar niet dat het snijden in polsen in de lengterichting moet geschieden, wil men tot resultaten komen.
‘En weet u hoe het begonnen is?’ Ze begint te springen en te trippelen en in de lucht te slaan. ‘Nu ben je knock-out! Het is begonnen met Cassius Clay. Toen die zijn naam veranderde in Muhammed Ali, weet je nog? Dat vond ik toch zo erg, daar raakte ik helemaal hoteldebotel van.’
‘Ze moeten ook niet alles in de krant zetten.’
‘Nee. Terwijl ik niet van boksen hield. Dat ook nog.’
‘Wat was dan je bezwaar?’
‘Cassius Clay was zo’n mooie naam. En Muhammed Ali, zo heten wel een miljoen mensen.’
‘Je bedoelt: daar is een bokser die Frederik Fallaux heet en die op een persconferentie komt zeggen dat hij zijn naam verandert in Piet Jansen.’
‘Ja, ongeveer.’
‘Een boeiend begin van zo een nare ziekte.’
‘Hoe is het bij jou begonnen?’
‘Toen ik 17 was. Het kookte altijd van binnen, en opeens werd het gas uitgedraaid.’ Ik vertelde verder over mijn nachtelijke escapades langs het baanvak Alkmaar-Heiloo, en over een vrouw uit Castricum die van de zevende verdieping was gesprongen en meteen dood was. ‘Maar die was schizofreen, en dat is erger.’
‘Hoezo?’
‘Dan ben je jarenlang treurig en eenzaam en angstig. Dat zijn wij niet.’
‘Nee, godzijdank. Waar is Gijs?’
‘Achter gene bessenstruik. Hij zit nog wat na te peinzen over de tragiek van je Cassius Clay.’
‘Ik heet Sarah. Zeg maar Saar.’
‘Ik heet Ben. Zeg maar Ben.’
‘Ik ga koffie maken. Kom je mee?’
‘Graag, Sarah. Toevoeging van suiker met mate. Melk ietsje royaler.’

Geen opmerkingen: