Ik ben begonnen met het leukste en mooiste project in jaren: http://uwkapelaan.blogspot.com/. Ik ben er nog maar één dag mee bezig, maar ik weet nu al dat ik er jaren aan bezig zal blijven. Ik zit er echt grimassen trekkend en soms rollebollend aan te werken (ik heb nooit geloof gehecht aan die schrijvers die zeiden dat ze niet moesten lachen als ze iets grappigs schreven. Dan waren ze met hun vak bezig, weet u wel).
U kunt natuurlijk ook even kijken op Ben opnieuw.
Een en ander maakt het werk aan deze blog bijna onoverkomelijk moeilijk: geen tijd. So, for the moment: goodbye. Thank you for reading my blog.
donderdag 1 november 2007
woensdag 31 oktober 2007
Symbaloo
Het is werkelijk een openbaring! En snel dat het gaat. Ik heb bijvoorbeeld Hadriana’s space in een blokje gezet. Als je dat blokje aanklikt, komt binnen 1 seconde haar site tevoorschijn. Het werkt heerlijk, kortom.
Drury en kornuiten
Je hebt gelijk, Hadriana, Keith Drury is de echte christen van dat stel. Het komt, denk ik, omdat deze Drury godsdienstwaanzinnig oogt. Die andere christenen zijn niet de ware gekken. Zo’n Téo van der Weele (de bovenste van die vijf) lijkt ook wel een tik van de molenwiek te hebben gehad, maar hij is toch lang niet zo - hoe zal ik het zeggen - lang niet zo gevaarlijk. Hij vertelt je rustig een avond lang zijn jezusrijmelarij, en dat is natuurlijk voldoende om hem de kop in te slaan, maar Keith Drury...
Ze hebben ook alle zes boekjes geschreven over hun geloof in den Heere. Of nee, die meneer Carlson niet. Die is dan ook gewoon een katholieke bisschop. Die schrijven niet.
Wist je dat er zelfs zoiets bestaat als De Lachende Kerk? Het zou een prachtige naam voor een blog zijn, vind je ook niet? Ik zou die wel vol willen schrijven. ’t Is misschien niet eens zo’n slecht idee...
Ze hebben ook alle zes boekjes geschreven over hun geloof in den Heere. Of nee, die meneer Carlson niet. Die is dan ook gewoon een katholieke bisschop. Die schrijven niet.
Wist je dat er zelfs zoiets bestaat als De Lachende Kerk? Het zou een prachtige naam voor een blog zijn, vind je ook niet? Ik zou die wel vol willen schrijven. ’t Is misschien niet eens zo’n slecht idee...
Blue tea
Dit zijn een paar kunstwerken die ik gestolen heb van het Amerikaanse http://bluewyverntea.blogspot.com/.
Portretten van enkele christenen, lachend
Dit zijn, ik weet niet of ik de goede volgorde heb, Téo (want ‘theo’ betekent iets in het Latijn) van der Weele, John Piper, George Carlson, Elmer Colyer en Jim Wilder, allen lachend, allen christelijk. Een mooi stelletje, vindt u ook niet?
Waarom lachen al die moderne christenen toch zo? Jezus zelf lachte helemaal nooit. Christelijke geestdrijvers van een eeuw eerder lachten ook al nooit, kijk naar de portretten van John Wesley, Charles Sturgeon, Smith Wigglesworth. Geen glimlach kon er af, toen. Stijf in het pak op de foto, de bek op slot.
Het moet wel in de mode zijn, dat stompzinnige lachen.
De lachende christen
Goeienavond Hadriana,
Vanmiddag ben ik bezig geweest met Symbaloo, ik heb er allerlei handige kunst- en muziekdingetjes op gezet, zodat ik nu al anderhalf desk vol heb staan. Het is allemaal verschrikkelijk handig en snel en slim. Mooi is ook de nieuwsdesk. Die heb ik maar op ‘wetenschap’ gezet, om dagelijks een beetje bij te blijven.
Via een van je Nabokov-fora ben ik bij de heer Jason Denker te Minneapolis beland. De man weet werkelijk alles van Nabokov, dus ook van ‘Ada’. Ik heb hem al verteld dat zijn achternaam, ware hij een Nederlander, in het Engels vertaald ‘thinker’ zou opleveren, en dat mijn achternaam ‘tall tree’ zou geven. Je spreekt het uit als ‘hoa-gah-boam’, heb ik hem gezegd. (Dat lijkt een beetje op Nabokov’s korte cursus naamuitspraak: ‘Vluh-dí-mir Nuh-bòòòh-koff’.)
Ik ben nu bezig mijn serie vragen over ‘Ada’ te formuleren, die vragen stuur ik hem vanavond en de volgende dagen toe (‘Dear mister Thinker’, zo begin ik mijn mails naar hem). Ik hoop dat hij de meeste van die vragen kan beantwoorden.
Ik ga vanavond ook nog eens op zoek naar collegae van de heer Drury. Kijken of dat ook van die christelijke lachebekken zijn. Als ik weer zo’n lachende christen tegenkom, gaat hij op mijn blog, want je moet de verspreiding van het geloof niet in de weg staan. Zoals de Duitse kerkgeleerde Friedrich Untermaier het zei: ‘Ve must ko vor it! Ve must reazj out vor all de souls of all de peoples!’ Volgt mij, parochianen, en ge zult weldra hemelen!
Vanmiddag ben ik bezig geweest met Symbaloo, ik heb er allerlei handige kunst- en muziekdingetjes op gezet, zodat ik nu al anderhalf desk vol heb staan. Het is allemaal verschrikkelijk handig en snel en slim. Mooi is ook de nieuwsdesk. Die heb ik maar op ‘wetenschap’ gezet, om dagelijks een beetje bij te blijven.
Via een van je Nabokov-fora ben ik bij de heer Jason Denker te Minneapolis beland. De man weet werkelijk alles van Nabokov, dus ook van ‘Ada’. Ik heb hem al verteld dat zijn achternaam, ware hij een Nederlander, in het Engels vertaald ‘thinker’ zou opleveren, en dat mijn achternaam ‘tall tree’ zou geven. Je spreekt het uit als ‘hoa-gah-boam’, heb ik hem gezegd. (Dat lijkt een beetje op Nabokov’s korte cursus naamuitspraak: ‘Vluh-dí-mir Nuh-bòòòh-koff’.)
Ik ben nu bezig mijn serie vragen over ‘Ada’ te formuleren, die vragen stuur ik hem vanavond en de volgende dagen toe (‘Dear mister Thinker’, zo begin ik mijn mails naar hem). Ik hoop dat hij de meeste van die vragen kan beantwoorden.
Ik ga vanavond ook nog eens op zoek naar collegae van de heer Drury. Kijken of dat ook van die christelijke lachebekken zijn. Als ik weer zo’n lachende christen tegenkom, gaat hij op mijn blog, want je moet de verspreiding van het geloof niet in de weg staan. Zoals de Duitse kerkgeleerde Friedrich Untermaier het zei: ‘Ve must ko vor it! Ve must reazj out vor all de souls of all de peoples!’ Volgt mij, parochianen, en ge zult weldra hemelen!
Stet
Lachen in het openbaar
Ik bedoelde deze foto, ja. Totaal gebrek aan humor, wat hijzelf natuurlijk zal ontkennen (‘die fijne Amsterdamse gein’ enzovoorts). Dat bedoelen wij niet, heer Gordon.
Wat wij meteen opmerkten bij deze foto - wij noemen maar iets - dat is uw linker oog, dat iets lager zit dan uw rechter. Ja, kijkt u nog maar eens goed, heer Gordon. Het zit lager, dat kunt u niet ontkennen. Dus wij dachten: een herseninfarctje!
Daar moet u voorzichtig mee zijn, hoor! U moet bijvoorbeeld minder uitbundig lachen. Niet alleen voor uzelf is dat goed, ook voor het algemeen belang.
Wat wij meteen opmerkten bij deze foto - wij noemen maar iets - dat is uw linker oog, dat iets lager zit dan uw rechter. Ja, kijkt u nog maar eens goed, heer Gordon. Het zit lager, dat kunt u niet ontkennen. Dus wij dachten: een herseninfarctje!
Daar moet u voorzichtig mee zijn, hoor! U moet bijvoorbeeld minder uitbundig lachen. Niet alleen voor uzelf is dat goed, ook voor het algemeen belang.
Van wie, wederom?
Nog niet zo lang geleden
Het is nog geen honderd jaar geleden. Nog geen honderd jaar. Ik begrijp het wel, u wilt naar Isla de Margarita of u wilt naar Phuket. Dat begrijp ik allemaal best. Uw grootouders hadden, als ze mazzel hadden, een kans op een luxueuze bootreis zoals deze. Daar moet u eens aan denken als u aan het strand van Copacabana ligt.
Boormachine
The nonist
Eindelijk een Amerikaans soort humor waar ik van opkijk. Komt van http://thenonist.com/, een site die u eens moet bezoeken.
Zomaar een leuk geil plaatje
Van wie?
Keith Drury
Dit is dezelfde man als in mijn vorige bijdrage: Keith Drury. Ik wilde namelijk iets zeggen over lachen in het openbaar. Pittig ringbaardje heb je nu, Keith. Staat je bijzonder goed.
Over het lachen der christenen laat zich, pardon, over het lachen in het openbaar laat zich het volgende vaststellen. Ten eerste maakt het de lacher onbetrouwbaar. Van deze foto van Keith Drury wil ik bijvoorbeeld weten: hoeveel minderjarige meisjes heb je gepakt, gisteravond?
Ten tweede is lachen in het openbaar ronduit onbeschaafd. Het is stuitend. Ik herinner me een lezing van Rudy Kousbroek, toen iemand in het publiek plotseling ongegeneerd begon te lachen. Hij lachte om iets in Kousbroeks lezing, dus niet om een privé-geintje. Het stoorde iedereen.
Ten derde is lachen in het openbaar de zuiverste manifestatie van een gebrek aan humor.
Over het lachen der christenen laat zich, pardon, over het lachen in het openbaar laat zich het volgende vaststellen. Ten eerste maakt het de lacher onbetrouwbaar. Van deze foto van Keith Drury wil ik bijvoorbeeld weten: hoeveel minderjarige meisjes heb je gepakt, gisteravond?
Ten tweede is lachen in het openbaar ronduit onbeschaafd. Het is stuitend. Ik herinner me een lezing van Rudy Kousbroek, toen iemand in het publiek plotseling ongegeneerd begon te lachen. Hij lachte om iets in Kousbroeks lezing, dus niet om een privé-geintje. Het stoorde iedereen.
Ten derde is lachen in het openbaar de zuiverste manifestatie van een gebrek aan humor.
Dieu n’est pas un saint
dinsdag 30 oktober 2007
De mooiste Magritte
La reproduction du monde
Le premier jour
Le miroir vivant
Chien: le civilateur
Le bon exemple
La tentative de l’impossible
Il ne parle pas
L’évidence éternelle
L’univers mental
Le drapeau noir
La colère des dieux
Hommage à Von Stroheim
Le coeur du monde
L’enfance d’Icare
Le manteau de Pascal
La reproduction interdite
Moments musicaux
La seconde nature
La nuit de Pise
Le chef d’orchestre
Le faux miroir
Le bain de cristal
Les vacances de Hegel
Le visage du genie
La statue volante
L’usage de la parole
La durée poignardée
Le dormeur téméraire
Le supplice de la Vestale
Personage méditant sur la folie
La présence d’esprit
L’appel des choses par leur nom
L’alphabet des révélations
La preuve mystérieuse
La clé des songes
Le voyage des fleurs
Les signes du soir
L’entrée de la Seine
La voix des vents
Le tombeau des lutteurs
Les valeurs personnelles
La recherche de la vérité
Une simple histoire de l’amour
L’automate
La légende des siècles
Le seuil de la forêt
Les travaux d’Alexandre
Le plagiat
La voix du sang
La recherche de l’absolu
Les barricades mystérieuses
La leçon des choses
Le souvenir déterminant
Les goûts et les couleurs
Les orgues de la soirée
Le beau monde
L’ovation
La lampe philisophique
Ceci n’est pas une pipe
Les belles réalités
Problème de la table
Le seize septembre
L’au-delá
La comtesse de Monte Christo
L’explication
Le sourire du diable
L’enfant retrouvé
La perspective amoureuse
Les échelles de feu
La gravitation universelle
Au seuil de la liberté
L’univers démasqué
Le regard mental
Les rencontres naturelles
La poitrine
La ville magique
La robe du soir
Justice a été faite
La bonne année
Les belles relations
Le sens propre
Le palais des rideaux
Les six éléments
Les reflets du temps
Le masque vide
La main heureuse
L’autre son de cloche
L’idée
Le principe d’Archimède
Le prêtre marié
La parole donnée
La carte postale
L’art de la conversation
L’enfant du siècle
La raison d’être
L’après-midi d’un faune
La traversée difficile
Les origines du langage
Le sens des réalités
Le trou dans le mur
La bataille d’Argonne
La condition humaine
La belle captive
Dieu n’est pas un saint
Le principe d’incertitude
Le ciel meurtrier
Le présent
La saveur des larmes
La grande feuille aux oiseaux
Le regard intérieur
Ceci est un morceau de fromage
Fromage sous cloche
La métamorphose de l’objet
L’esprit comique
Le fils de l’homme
L’immaculée conception
La maison de verre
Le chant des Sirènes
Le poète récompensé
Le thérapeut
La magie noire
L’imprudent
Les pierreries
La porte ouverte
Le mal du pays
La lampe d’Alladin
Le musée du roi
La pensée qui voit
Décalcomanie
Entracte
La ruse symétrique
Une panique au moyen âge
Les idées de l’acrobate
L’empire des lumières
Le salon de dieu
L’histoire centrale
L’invention de la vie
La voleuse
Les heureux présages
L’océan
Le psychologue
Lola de Valence
Le prince charmant
Le galet
Le montagnard
Le sorcier
La clairvoyance
À la rencontre du plaisir
Le chant de la violette
Les fleurs du mal
Le château des Pyrénées
Les épaves de l’ombre
Le domaine d’Arnheim
Fortune faite
Les verres fumées
Le voyageur
Un peu de l’âme des bandits
Le char de la vierge
La clé de verre
La fin du temps
Découverte
La place au soleil
Le réveil-matin
La bonne nouvelle
La voie royale
Le temps menaçant
La réponse imprévue
Les liaisons dangereuses
La mémoire
La philosophie dans le boudoir
Les promenades d’Euclide
Souvenir de voyage
La légende dorée
La force des choses
Les mémoires d’un saint
L’arc de triomphe
La lunette d’approche
L’idole
Le blanc-seing
L’aimable vérité
L’art de vivre
La fin des contemplations
Le miroir vivant
Chien: le civilateur
Le bon exemple
La tentative de l’impossible
Il ne parle pas
L’évidence éternelle
L’univers mental
Le drapeau noir
La colère des dieux
Hommage à Von Stroheim
Le coeur du monde
L’enfance d’Icare
Le manteau de Pascal
La reproduction interdite
Moments musicaux
La seconde nature
La nuit de Pise
Le chef d’orchestre
Le faux miroir
Le bain de cristal
Les vacances de Hegel
Le visage du genie
La statue volante
L’usage de la parole
La durée poignardée
Le dormeur téméraire
Le supplice de la Vestale
Personage méditant sur la folie
La présence d’esprit
L’appel des choses par leur nom
L’alphabet des révélations
La preuve mystérieuse
La clé des songes
Le voyage des fleurs
Les signes du soir
L’entrée de la Seine
La voix des vents
Le tombeau des lutteurs
Les valeurs personnelles
La recherche de la vérité
Une simple histoire de l’amour
L’automate
La légende des siècles
Le seuil de la forêt
Les travaux d’Alexandre
Le plagiat
La voix du sang
La recherche de l’absolu
Les barricades mystérieuses
La leçon des choses
Le souvenir déterminant
Les goûts et les couleurs
Les orgues de la soirée
Le beau monde
L’ovation
La lampe philisophique
Ceci n’est pas une pipe
Les belles réalités
Problème de la table
Le seize septembre
L’au-delá
La comtesse de Monte Christo
L’explication
Le sourire du diable
L’enfant retrouvé
La perspective amoureuse
Les échelles de feu
La gravitation universelle
Au seuil de la liberté
L’univers démasqué
Le regard mental
Les rencontres naturelles
La poitrine
La ville magique
La robe du soir
Justice a été faite
La bonne année
Les belles relations
Le sens propre
Le palais des rideaux
Les six éléments
Les reflets du temps
Le masque vide
La main heureuse
L’autre son de cloche
L’idée
Le principe d’Archimède
Le prêtre marié
La parole donnée
La carte postale
L’art de la conversation
L’enfant du siècle
La raison d’être
L’après-midi d’un faune
La traversée difficile
Les origines du langage
Le sens des réalités
Le trou dans le mur
La bataille d’Argonne
La condition humaine
La belle captive
Dieu n’est pas un saint
Le principe d’incertitude
Le ciel meurtrier
Le présent
La saveur des larmes
La grande feuille aux oiseaux
Le regard intérieur
Ceci est un morceau de fromage
Fromage sous cloche
La métamorphose de l’objet
L’esprit comique
Le fils de l’homme
L’immaculée conception
La maison de verre
Le chant des Sirènes
Le poète récompensé
Le thérapeut
La magie noire
L’imprudent
Les pierreries
La porte ouverte
Le mal du pays
La lampe d’Alladin
Le musée du roi
La pensée qui voit
Décalcomanie
Entracte
La ruse symétrique
Une panique au moyen âge
Les idées de l’acrobate
L’empire des lumières
Le salon de dieu
L’histoire centrale
L’invention de la vie
La voleuse
Les heureux présages
L’océan
Le psychologue
Lola de Valence
Le prince charmant
Le galet
Le montagnard
Le sorcier
La clairvoyance
À la rencontre du plaisir
Le chant de la violette
Les fleurs du mal
Le château des Pyrénées
Les épaves de l’ombre
Le domaine d’Arnheim
Fortune faite
Les verres fumées
Le voyageur
Un peu de l’âme des bandits
Le char de la vierge
La clé de verre
La fin du temps
Découverte
La place au soleil
Le réveil-matin
La bonne nouvelle
La voie royale
Le temps menaçant
La réponse imprévue
Les liaisons dangereuses
La mémoire
La philosophie dans le boudoir
Les promenades d’Euclide
Souvenir de voyage
La légende dorée
La force des choses
Les mémoires d’un saint
L’arc de triomphe
La lunette d’approche
L’idole
Le blanc-seing
L’aimable vérité
L’art de vivre
La fin des contemplations
Donato Amstutz
Waar ik woon
Dichterbij kan ik niet komen, fotografisch. Ik woon dertig meter van deze bushalte af. Links is de Snack Plaza, de bus staat op de Voorstraat te wachten of er nog een passagier is die ook naar Alkmaar wil. De kerk is de Agneskerk en rechtsachter die kerk is het Agnesplein. Daar woon ik.
De foto moet zeven acht jaar geleden genomen zijn, zie ik aan het eenzame boompje voor de kerk. Dat boompje staat er niet meer. Ik schat dat de foto is genomen in de maand januari of februari (ondanks de volle groenheid van het boompje), want als het maar een beetje mooi weer is, zet de eigenaar van de cafetaria wat stoelen en tafels buiten. Het is mooi weer, maar er zijn geen toeristen. Binnen zitten alleen een paar alcoholisten te lurken aan hun flesjes bier. Het kan natuurlijk ook ’s ochtends vroeg zijn, midden in de zomer. Dan is de cafetaria nog niet open.
De foto moet zeven acht jaar geleden genomen zijn, zie ik aan het eenzame boompje voor de kerk. Dat boompje staat er niet meer. Ik schat dat de foto is genomen in de maand januari of februari (ondanks de volle groenheid van het boompje), want als het maar een beetje mooi weer is, zet de eigenaar van de cafetaria wat stoelen en tafels buiten. Het is mooi weer, maar er zijn geen toeristen. Binnen zitten alleen een paar alcoholisten te lurken aan hun flesjes bier. Het kan natuurlijk ook ’s ochtends vroeg zijn, midden in de zomer. Dan is de cafetaria nog niet open.
Uw hart
Het overkomt me nu net weer. Ik loop naar beneden, om een zakje aan een deur te hangen. Ik loop weer naar boven, en ik krijg het heenenweer. Ik heb nog kalmaan gedaan, ik heb niet geraced. Ik liep gewoon.
Ik weet het zo langzamerhand: rustig ‘uitlopen’, dat is wat je moet doen: kalm tot jezelf (jezelf! Christ!) komen. Maar geef Uw hart een kans. Uw bloedstroom ook.
Dus u ziet wel voor welke ontzaglijke problemen een mens gesteld kan worden. Ik dank u voor uw aandacht.
Ik weet het zo langzamerhand: rustig ‘uitlopen’, dat is wat je moet doen: kalm tot jezelf (jezelf! Christ!) komen. Maar geef Uw hart een kans. Uw bloedstroom ook.
Dus u ziet wel voor welke ontzaglijke problemen een mens gesteld kan worden. Ik dank u voor uw aandacht.
Visserslatijn
maandag 29 oktober 2007
Dienst Somberheid
We zijn zeer verguld met je plaatjes, zei de Voorzitter. Zelfs zijn vrouw moest er ook soms om lachen. Maar kun je er nu niet schriftelijk commentaar bij geven?
‘Dat kan ik wel,’ zei ik.
Al heeft zo’n plaatje maar een titel.
‘Dat is goed. Dit plaatje lijkt op een mug die aan het einde zijner dagen is. Oud, versleten, rollator. Vliegen, ho maar. Maar steken kan hij nog wel, en ik geloof dan ook - weten doe ik niets - dat een Engelse titel voor dit plaatje The deceiving mosquito zou kunnen zijn.’
Wasmachine kapot
Ik schrijf dit naar aanleiding van Hadriana’s bericht van vandaag (http://hadrianasspace.blogspot.com/). Om haar te steunen.
Zo is het bij mij gegaan. Een half jaar geleden ging mijn wasmachine ook kapot. Het was een oude Zanker, ik wed dat u de merknaam nauwelijks nog kent. Het was een bovenlader, links deed je de was in, rechts centrifugeerde hij, dus je moest je wasgoed ook nog overgooien in je centrifuge (tweemaal per wasbeurt, want de centrifugebak was niet zo groot). Het was een fantastisch betrouwbaar apparaat en hij heeft het 18 jaar lang volgehouden, terwijl ik hem ook nog eens tweedehands heb gekregen!
Dan verwacht je, wat zou u doen, dat het apparaat totaan je dood toe zal blijven functioneren. Maar nee. Het begon met een kleine oneffenheid aan de wastrommel: die kon ik zonder bijkomende touwtjes en electrische draadjes niet meer dicht krijgen. Zo heb ik nog drie maanden gewassen. Totdat hij het in zijn geheel begaf. Hij gaf echt de geest, hij was op. Zijn laatste doodsrochels waren electrisch hoorbaar.
Wat te doen. Je bent op zo’n moment altijd dankbaar dat je niet in een depressie zit, want dan laat je gewoon alles achter en spring je in zee. Ik liep door de catalogus van mensenkenner & vriend der armlastigen Neckermann, vond een Edy wasmachine en bestelde die. Dat apparaat werd de volgende dag bij mij besteld. Ik woon op de eerste verdieping en hij werd door twee mannetjes voor mijn deur en in mjin halletje geplaatst. Fase één was in elk geval gelukt.
Nu fase twee. Ik vulde mijn beltegoed aan en belde Henk, de man van zus Marja. Kun jij niet komen helpen, enzovoorts, want zelf slepen met die Zanker en die Edy, in mijn eentje, daar heeft de cardioloog grote bezwaren tegen.
Henk kwam de volgende ochtend op zijn racefiets uit Alkmaar, lachend van wij zullen dit varkentje eens wassen! Dus eerst die ouwe Zanker onttakelen en naar beneden brengen, naar het rommelhok. Er zaten wel wieltjes onder, maar je hebt niets aan wieltjes als je een trap af moet. Dat moet dus per trede en geeft een hoop lawaai. ‘Zwaar apparaat, Ben!’ zei Henk nog.
Toen de fonkelnieuwe Edy uit de verpakking ritsen en op de goede plaats slepen. Ik kan u nu al zeggen dat alles voortreffelijk is verlopen, van de electrische verbinding tot en met de wateraansluiting. Hij werkt ook zeer goed, de Edy.
Reken, in geval van nood, op de meeslepende medemens. Dat is mijn boodschap, Hadriana.
Zo is het bij mij gegaan. Een half jaar geleden ging mijn wasmachine ook kapot. Het was een oude Zanker, ik wed dat u de merknaam nauwelijks nog kent. Het was een bovenlader, links deed je de was in, rechts centrifugeerde hij, dus je moest je wasgoed ook nog overgooien in je centrifuge (tweemaal per wasbeurt, want de centrifugebak was niet zo groot). Het was een fantastisch betrouwbaar apparaat en hij heeft het 18 jaar lang volgehouden, terwijl ik hem ook nog eens tweedehands heb gekregen!
Dan verwacht je, wat zou u doen, dat het apparaat totaan je dood toe zal blijven functioneren. Maar nee. Het begon met een kleine oneffenheid aan de wastrommel: die kon ik zonder bijkomende touwtjes en electrische draadjes niet meer dicht krijgen. Zo heb ik nog drie maanden gewassen. Totdat hij het in zijn geheel begaf. Hij gaf echt de geest, hij was op. Zijn laatste doodsrochels waren electrisch hoorbaar.
Wat te doen. Je bent op zo’n moment altijd dankbaar dat je niet in een depressie zit, want dan laat je gewoon alles achter en spring je in zee. Ik liep door de catalogus van mensenkenner & vriend der armlastigen Neckermann, vond een Edy wasmachine en bestelde die. Dat apparaat werd de volgende dag bij mij besteld. Ik woon op de eerste verdieping en hij werd door twee mannetjes voor mijn deur en in mjin halletje geplaatst. Fase één was in elk geval gelukt.
Nu fase twee. Ik vulde mijn beltegoed aan en belde Henk, de man van zus Marja. Kun jij niet komen helpen, enzovoorts, want zelf slepen met die Zanker en die Edy, in mijn eentje, daar heeft de cardioloog grote bezwaren tegen.
Henk kwam de volgende ochtend op zijn racefiets uit Alkmaar, lachend van wij zullen dit varkentje eens wassen! Dus eerst die ouwe Zanker onttakelen en naar beneden brengen, naar het rommelhok. Er zaten wel wieltjes onder, maar je hebt niets aan wieltjes als je een trap af moet. Dat moet dus per trede en geeft een hoop lawaai. ‘Zwaar apparaat, Ben!’ zei Henk nog.
Toen de fonkelnieuwe Edy uit de verpakking ritsen en op de goede plaats slepen. Ik kan u nu al zeggen dat alles voortreffelijk is verlopen, van de electrische verbinding tot en met de wateraansluiting. Hij werkt ook zeer goed, de Edy.
Reken, in geval van nood, op de meeslepende medemens. Dat is mijn boodschap, Hadriana.
zondag 28 oktober 2007
Bush
Nee, Hadriana, dat zijn niet de Penisdialogen (hoewel... leuk gevonden!). Toen ik dit plaatje voor het eerst zag, moest ik onafwendbaar denken aan George Bush en zijn mede-oorlogsmisdadigers, gebogen over een strategie voor Irak.
En, zoals alle lulhannessen, bakken ze er niets van.
En, zoals alle lulhannessen, bakken ze er niets van.
William Wegman
Zoon Peter van vijftien
Goeiemorgen Hadriana.
Het spijt me dat ik gisteren niet heb gereageerd op je blog. Ik ben gisteren weer wezen koken voor mijn buren. Ik heb een lekker soepje gemaakt (tomatencrèmesoep, die had ik thuis al gemaakt, met een lekkere klodder room erop) en drie gegrillde forelletjes, gebakken piepertjes en spruitjes met ui, paprika, een beetje knoflook en zo. We hebben lekker genast of, zoals men het ook wel eens zegt, gevroten.
Na het eten gingen we ‘zitten’ en toen kwam zij met het verhaal van hun zoon Peter, die op 15-jarige leeftijd zelfmoord heeft gepleegd. Dat was in 1984 en Peter was hun oudste. Hij hing zich op aan een boom vlakbij het Oorlogsmonument.
Uiteindelijk gingen mijn buren naar een psycholoog in Alkmaar - maar het was nog in de tijd dat de óuders de schuld kregen als een van hun kinderen depressief was. Ze hadden hem te weinig aandacht gegeven enzovoorts. Schandelijk natuurlijk, ik bedoel schandelijk van die psychologen (die hadden in die tijd allemaal nog een tik van ‘Wie is van hout’ of van Szazz’s anti-psychiatrie).
Ik herinner me zelf uit die jaren nog een psychiater die me aanraadde vooral blijde gedachten toe te laten wanneer ik depressief was. Ik vroeg toen: ‘Zoals?’
Uiteindelijk hebben mijn buren de juiste conclusies getrokken. Ze gingen hun families na, het bleek dat in zijn familie er enkele depressievelingen zaten, en een zelfmoord. Dus: het moet wel erfelijk zijn. Ze zijn nog meer naar elkaar toe gegroeid, met hun resterende twee kinderen, en alles is uiteindelijk goed gekomen.
Wat een schitterende boomvogels heb je, Hadriana! Van wie zijn die? Ik ga nu verder op zoek naar Olivia Parker.
Het spijt me dat ik gisteren niet heb gereageerd op je blog. Ik ben gisteren weer wezen koken voor mijn buren. Ik heb een lekker soepje gemaakt (tomatencrèmesoep, die had ik thuis al gemaakt, met een lekkere klodder room erop) en drie gegrillde forelletjes, gebakken piepertjes en spruitjes met ui, paprika, een beetje knoflook en zo. We hebben lekker genast of, zoals men het ook wel eens zegt, gevroten.
Na het eten gingen we ‘zitten’ en toen kwam zij met het verhaal van hun zoon Peter, die op 15-jarige leeftijd zelfmoord heeft gepleegd. Dat was in 1984 en Peter was hun oudste. Hij hing zich op aan een boom vlakbij het Oorlogsmonument.
Uiteindelijk gingen mijn buren naar een psycholoog in Alkmaar - maar het was nog in de tijd dat de óuders de schuld kregen als een van hun kinderen depressief was. Ze hadden hem te weinig aandacht gegeven enzovoorts. Schandelijk natuurlijk, ik bedoel schandelijk van die psychologen (die hadden in die tijd allemaal nog een tik van ‘Wie is van hout’ of van Szazz’s anti-psychiatrie).
Ik herinner me zelf uit die jaren nog een psychiater die me aanraadde vooral blijde gedachten toe te laten wanneer ik depressief was. Ik vroeg toen: ‘Zoals?’
Uiteindelijk hebben mijn buren de juiste conclusies getrokken. Ze gingen hun families na, het bleek dat in zijn familie er enkele depressievelingen zaten, en een zelfmoord. Dus: het moet wel erfelijk zijn. Ze zijn nog meer naar elkaar toe gegroeid, met hun resterende twee kinderen, en alles is uiteindelijk goed gekomen.
Wat een schitterende boomvogels heb je, Hadriana! Van wie zijn die? Ik ga nu verder op zoek naar Olivia Parker.
zaterdag 27 oktober 2007
Nina Levy
Dit is misschien iets makkelijker en interessanter dan de vorige, Hadriana. In die Morgan Lehman Gallery exposeerde ook Nina Levy, die ik ook tegenkwam in het DeCordova Museum. Nina Levy is een stuk interessanter dan Esther Solondz. Niet alleen door deze fotografische bewerking (die ‘Mother and Son’ heet. Weer een goeie titel), ook door haar portretten.
Esther Solondz
vrijdag 26 oktober 2007
Karin Spaink
Goeienavond Hadriana,
Ik ben de hele dag, tussen het lezen in die Nabokov-Wilson brieven door, bezig geweest met de website van Karin Spaink. Je kent haar misschien van haar boeken, ze heeft MS (gehad), ze heeft door borstkanker nog maar één borst. Ze heeft op die website een paar boeken on line staan, 300 columns die in Het Parool en ook elders hebben gestaan, en nog veel meer. Het is een groot plezier om dat allemaal te lezen en te merken dat er nog nuchtere, evenwichtige, verstandige mensen blijken te bestaan, zoals zij, want ik ben het bijna altijd met haar eens. Niet dat ik nou zo nuchter en zo verstandig ben, natuurlijk, maar je begrijpt wat ik bedoel.
Ik ben de hele dag, tussen het lezen in die Nabokov-Wilson brieven door, bezig geweest met de website van Karin Spaink. Je kent haar misschien van haar boeken, ze heeft MS (gehad), ze heeft door borstkanker nog maar één borst. Ze heeft op die website een paar boeken on line staan, 300 columns die in Het Parool en ook elders hebben gestaan, en nog veel meer. Het is een groot plezier om dat allemaal te lezen en te merken dat er nog nuchtere, evenwichtige, verstandige mensen blijken te bestaan, zoals zij, want ik ben het bijna altijd met haar eens. Niet dat ik nou zo nuchter en zo verstandig ben, natuurlijk, maar je begrijpt wat ik bedoel.
Anderland
Karin Spaink had op 10 april van dit jaar een column in Het Parool, die ik nu pas lees op haar website. Als naschrift geeft ze www.paspoortanderland.nl. Heb ik ook eindelijk een tweede paspoort! Ik ben de 5254de burger van deze vrijstaat.
Postume kaakslag
Goeienavond Wouter,
Je mag natuurlijk meelezen. Chet Baker had ik gevonden, ja. Gewoon gekeken in een lijst met jazztrompettisten, daar stond hij in. Ik weet niet of je van zijn muziek houdt. Zo ja, dan moet je deze YouTube-compilatie (van 40 minuten!) eens bekijken: http://www.youtube.com/watch?v=xjihHfxj4Xw.
Ik kende Van het Reve’s commentaar bij die brieven. Sterker: ik las KvhR met zijn postume kaakslag, en kocht daarna (en daarom) die brieven. Van het Reve is altijd op dreef geweest als hij over mensen schreef die hij bewonderde: Toergenjev, Multatuli, Nabokov. Ik weet dat hij ook gek was op Osip Mandelstam. Ik vroeg hem eens, na een lezing die hij in 1981 in Nauerna had gehouden, waarom hij nooit een stuk over Mandelstam had geschreven. Hij antwoordde, na een lichte aarzeling: ‘Omdat dat me teveel aan het communisme doet denken, denk ik.’
Ik begrijp dus wel waarom hij in zijn Geschiedenis van de Russische Literatuur is gestopt bij Tsjechov, en niet is doorgegaan met laat ons zeggen Achmatova, Mandelstam, Nabokov en Solzjenitsyn.
Je mag natuurlijk meelezen. Chet Baker had ik gevonden, ja. Gewoon gekeken in een lijst met jazztrompettisten, daar stond hij in. Ik weet niet of je van zijn muziek houdt. Zo ja, dan moet je deze YouTube-compilatie (van 40 minuten!) eens bekijken: http://www.youtube.com/watch?v=xjihHfxj4Xw.
Ik kende Van het Reve’s commentaar bij die brieven. Sterker: ik las KvhR met zijn postume kaakslag, en kocht daarna (en daarom) die brieven. Van het Reve is altijd op dreef geweest als hij over mensen schreef die hij bewonderde: Toergenjev, Multatuli, Nabokov. Ik weet dat hij ook gek was op Osip Mandelstam. Ik vroeg hem eens, na een lezing die hij in 1981 in Nauerna had gehouden, waarom hij nooit een stuk over Mandelstam had geschreven. Hij antwoordde, na een lichte aarzeling: ‘Omdat dat me teveel aan het communisme doet denken, denk ik.’
Ik begrijp dus wel waarom hij in zijn Geschiedenis van de Russische Literatuur is gestopt bij Tsjechov, en niet is doorgegaan met laat ons zeggen Achmatova, Mandelstam, Nabokov en Solzjenitsyn.
donderdag 25 oktober 2007
Stille avond
Goeienavond Hadriana,
Dank voor de McFerrin. Ik vond hem deze keer niet zo goed, ik denk omdat hij een grapje maakte met Yo-Yo Ma aan het begin. Dat is mij te Amerikaans, dat soort humor.
Verder doe ik hier bitter weinig, op deze donderdagavond. Ik lees ‘The Nabokov-Wilson Letters’, ik heb de muziek niet eens aan staan, merk ik nu.
Vanmiddag kwam de buurvrouw langs om te zeggen dat ze koude benen kreeg als ze in haar huis was. Ik dus mee, blijkt haar voordeurdrempel inderdaad wind door te laten. Ik heb gezegd dat ze maar een badhanddoek voor de kier moet houden, en dat ze morgen de woningbouwvereniging maar moet bellen.
Er heerst hier, dat merk je wel, een diepe saaiheid. Ik ben nog wel van plan om straks nog wat sumo-video’s te gaan bekijken. Ik wil ook kijken of ik video’s kan vinden van die jazztrompettist, van wie ik de naam nooit kan onthouden. Hij was een enorme junkie, stierf in Amsterdam, na een val uit een hotelraam. Kom, hoe heet ie toch.
Maar iets schrijven...? Nee, denk ik.
Dank voor de McFerrin. Ik vond hem deze keer niet zo goed, ik denk omdat hij een grapje maakte met Yo-Yo Ma aan het begin. Dat is mij te Amerikaans, dat soort humor.
Verder doe ik hier bitter weinig, op deze donderdagavond. Ik lees ‘The Nabokov-Wilson Letters’, ik heb de muziek niet eens aan staan, merk ik nu.
Vanmiddag kwam de buurvrouw langs om te zeggen dat ze koude benen kreeg als ze in haar huis was. Ik dus mee, blijkt haar voordeurdrempel inderdaad wind door te laten. Ik heb gezegd dat ze maar een badhanddoek voor de kier moet houden, en dat ze morgen de woningbouwvereniging maar moet bellen.
Er heerst hier, dat merk je wel, een diepe saaiheid. Ik ben nog wel van plan om straks nog wat sumo-video’s te gaan bekijken. Ik wil ook kijken of ik video’s kan vinden van die jazztrompettist, van wie ik de naam nooit kan onthouden. Hij was een enorme junkie, stierf in Amsterdam, na een val uit een hotelraam. Kom, hoe heet ie toch.
Maar iets schrijven...? Nee, denk ik.
Slipknot
De band Skipsnot, ik verexcuseer me, Slipknot maakte het afgelopen decennium een paar platen die me wel amuseerden. Dat zijn leuke jongens, dacht ik. Een beetje gek met die maskers en zo, maar alla.
Ik zag ze alleen op MTV, in het prachtige programma ‘Rockzone’.
Dan te weten dat ze gewoon uit een oerburgerlijk milieu komen: Des Moines, Verenigde Staten. Eigenlijk is die wetenschap onuitstaanbaar. Ze zijn dus begonnen in een van hun vaders garage.
Je zou het nog accepteren als één van de bandleden bijvoorbeeld een Mantsjoerijse of Mongoolse achtergrond zou hebben gehad.
Maar nee. Die jongens zijn volbloed Amerikaans. En je vraagt je dus af: waarom doen ze voortdurend zo kwaad?
Ik zag ze alleen op MTV, in het prachtige programma ‘Rockzone’.
Dan te weten dat ze gewoon uit een oerburgerlijk milieu komen: Des Moines, Verenigde Staten. Eigenlijk is die wetenschap onuitstaanbaar. Ze zijn dus begonnen in een van hun vaders garage.
Je zou het nog accepteren als één van de bandleden bijvoorbeeld een Mantsjoerijse of Mongoolse achtergrond zou hebben gehad.
Maar nee. Die jongens zijn volbloed Amerikaans. En je vraagt je dus af: waarom doen ze voortdurend zo kwaad?
woensdag 24 oktober 2007
Pogroms
Nee, Hadriana, het woord pogrom bestaat misschien pas sinds de 19e eeuw, maar ze bestonden al, in Duitsland, Hongarije, Polen, Rusland. En het is natuurlijk waar dat de joden het ook in Rusland slecht hadden. Dat kun je lezen in de verhalen van Babel bijvoorbeeld, of bij Sholom Aleichem, als ik zijn naam zo goed spel.
Maar dat heeft het optreden van joodse kunstenaars, wetenschappers en intellectuelen niet verhinderd, was mijn inbreng in de discussie. Niet in de 19e eeuw, en ook niet in de 20e.
Er staan me tekeningen bij van koeiengeraamten van een Rus die Iosif Sjvidler heette, uit ongeveer 1700, die nog mooier waren dan de tekeningen van Walmor Corrêa, die ik gisteren of eergisteren hier publiceerde. Sjvidler, een echte jodennaam.
En dat bedoel ik: je kunt wel tegenwerking gehad hebben van een tsaristisch bewind, maar als je wat waard bent, win je het.
Maar dat heeft het optreden van joodse kunstenaars, wetenschappers en intellectuelen niet verhinderd, was mijn inbreng in de discussie. Niet in de 19e eeuw, en ook niet in de 20e.
Er staan me tekeningen bij van koeiengeraamten van een Rus die Iosif Sjvidler heette, uit ongeveer 1700, die nog mooier waren dan de tekeningen van Walmor Corrêa, die ik gisteren of eergisteren hier publiceerde. Sjvidler, een echte jodennaam.
En dat bedoel ik: je kunt wel tegenwerking gehad hebben van een tsaristisch bewind, maar als je wat waard bent, win je het.
Bénédicte Peyrat
Longfoto
Als de zaken er zo voor staan - goeienavond, Hadriana - dan vraag ik: waarom laat je nog een longfoto nemen? Er kan toch niets meer aan gedaan worden. Of kunnen ze nog wat medicijnen geven, dat zou het enige zijn.
Hoe gaat dat trouwens, een longfoto nemen?
Ik heb gisteren een commentaar gegeven op Sargasso bij een artikel over joods-Russische kunst. Dat artikel begint met te zeggen dat het met de joden daar verkeerd ging onder de tsaren, maar gelukkig kwam daarna de Grote Revolutie die de Massa’s Vrijmaakte en toen ging het beter met de joden. Er zouden onder de tsaren geen joodse wetenschappers, kunstenaars en intellectuelen zijn geweest. In hetzelfde artikel staat trouwens wat verderop nog dat aanvankelijk de joodse intellectuelen de revolutie verwelkomden.
Dus dat kan niet, vond ik.
Mijn commentaartje leverde, wat je je wel kunt indenken, wedercommentaren op: ik zou me eens wat beter in de geschiedenis moeten verdiepen, want wat had je wel gedacht van al die pogroms, en lees Isaak Babel eens over de joden in Odessa. Dan zul je wel anders praten!
Maar ik houd stand.
Hoe gaat dat trouwens, een longfoto nemen?
Ik heb gisteren een commentaar gegeven op Sargasso bij een artikel over joods-Russische kunst. Dat artikel begint met te zeggen dat het met de joden daar verkeerd ging onder de tsaren, maar gelukkig kwam daarna de Grote Revolutie die de Massa’s Vrijmaakte en toen ging het beter met de joden. Er zouden onder de tsaren geen joodse wetenschappers, kunstenaars en intellectuelen zijn geweest. In hetzelfde artikel staat trouwens wat verderop nog dat aanvankelijk de joodse intellectuelen de revolutie verwelkomden.
Dus dat kan niet, vond ik.
Mijn commentaartje leverde, wat je je wel kunt indenken, wedercommentaren op: ik zou me eens wat beter in de geschiedenis moeten verdiepen, want wat had je wel gedacht van al die pogroms, en lees Isaak Babel eens over de joden in Odessa. Dan zul je wel anders praten!
Maar ik houd stand.
Abonneren op:
Posts (Atom)