‘Die beeldcanon, Ben.’
‘Ja. Onzin, natuurlijk.’
‘Waarom?’
‘Ten eerste wordt zo’n canon al voorgesteld door een medium dat het met beelden moet doen. De televisie. Vanuit het praatje dat één beeld meer zegt dan duizend woorden.’
‘Jij wilt zeggen: dat klopt niet.’
‘Nee, natuurlijk niet. Lees eens een paar alinea’s van Tsjechov of Nakobov of, weet ik veel, Grunberg. Een stuk of drie of vijf of tien woorden, goed achter elkaar gezet, zeggen meer dan willekeurig welk beeld.’
‘Maar als je bijvoorbeeld de ramp van Enschede ziet...’
‘Je bedoelt met dat vuurwerk. Ja, dat is leuk om te zien. Minder leuk als je er zelf mee te maken hebt. Maar als je wilt voorkomen dat zo’n ramp zich nog eens zal voltrekken, dan heb je op zijn minst gesproken en daarna geschreven woord nodig. Videootjes zijn overbodig.’
‘Vind je dat in het algemeen videootjes overbodig zijn?’
‘Nee. Ik heb er wel graag commentaar bij.’
zondag 5 augustus 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten