Vanavond was op EénVandaag een volgende aflevering van de Beeldcanon. Dat onderwerpje wordt altijd voorafgegaan door de mededeling dat ‘de middeleeuwse mens’ in zijn leven evenveel beelden zag als wij in, ik meen, een dag, of een week, of een uur. Het lijkt mij dat een mens uit 1920 evenveel ‘beelden’ te zien kreeg als die middeleeuwer. Trouwens, zagen de middeleeuwers wel zo weinig beelden? Dat lijkt me nog zeer de vraag. Er hadden toen minder mensen televisie dan nu, ja. Maar goed.
De beurt was vanavond aan Toon (zo was zijn voornaam, meen ik me te herinneren) van Tellegen, paparazzo. Hij liet eerst een eigen fotootje zien van prinses Irene, genomen van veraf, een foto die voor honderd of duizend soorten uitleg vatbaar was. Op die foto stond Irene te schilderen, en je zou, zei Toon, zo prachtig kunnen zien hoe de scheiding van Carlos haar pijn deed. Vooruit dan maar, dacht ik, dat is één uitleg. Voor hetzelfde geld dacht Ireentje na over de compositie van haar schildering, of dacht ze na over wat gene boomstam tegen haar fluisterde.
Vervolgens kwam hij aan met het Colombiaanse meisje dat in 1986 verdronk. De cameraman staat het meisje te filmen terwijl ze staat te verdrinken. (Het is echt niet zo dat alle rotzooi is begonnen met het internet.) Het water staat het meisje letterlijk tot de lippen, ze zit tot haar heupen in het drijfzand. Ze kan daar niet meer uit. Zegt Toon: ‘Gooi toch die camera weg! Red dat meisje!’
Zo geloofwaardig, zo eerlijk ook, vindt u ook niet? Van die paparazzo.
vrijdag 24 augustus 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten