maandag 30 juli 2007

Foefeltjes

Ik ben veel langer dan de gemiddelde medemens blijven vasthouden aan de tikmachine. Een ouwe Adler, en daarvoor een nog oudere Olympia. Prachtige machines, die je ook zelf kon repareren als er iets stuk was. Er heeft, aan het Nassauplein in Alkmaar, nog jaren lang een winkeltje bestaan, waar je onderdelen van zulke machines kon krijgen. ‘Wat is er van uw dienst, meneer?’ ‘Ik zoek van de Adler TW202: de letter E, en een soort V-snaartje voor achterin de wagen, weet u wel? Doet u ook maar een setje adelaarkopschroefjes, want die raken ook al behoorlijk versleten.’ Heerlijke tijden.
Maar je gaat met de tijd mee, wordt modern. Computer. Geen gedoe meer met Type-Ex, carbonpapier of vieze vingers bij het verwisselen van het tiklint. Grote voordelen. Als ik nu wat te zeggen heb, mail ik mijn boodschap.
Toch is er ook een nadeel: ik mis mijn foefeltjes (fuvelquas, in het Spaans). Als ik vroeger een brief of een verhaal of zomaar een dagelijks dingetje schreef, had ik daar een doorslag van. Die doorslagen lagen op een stapeltje naast mijn tikmachine, ik ruimde ze pas op na een week of na twee weken of drie. Dan gingen ze in diverse mappen, waar ze nu nog in liggen. Ik kijk heel soms nog in die mappen (met namen zoals ‘Kees de Braaijer 1986-1994’ of ‘Dagelijkse notities 1983’).
Op die doorslagen noteerde ik allerlei dingen: telefoonnummers, dingen die ik moest onthouden, dingen die ik absoluut niet mocht vergeten te doen, tekeningetjes van twee kraaien die vechten om een brokje witbrood, noem het maar op. Dingen dus, foefeltjes, waarvoor je niet zomaar een stuk papier pakt, maar waarvoor het papier toevallig aanwezig is, in de vorm van die doorslagen. Zo heb ik het dertig jaar lang gedaan, totdat ik een computer in huis had. Ik mis mijn foefeltjes.

Geen opmerkingen: