‘That we desperataly need some talk non-work, las ik, Ben.’
‘God, nee.’
‘Gelukkig.’
‘Er was een Serviër, vanmiddag, die Tipsarevic heette.’
‘Die tennisser?’
‘Die tennisser, ja. Een nog jonge jongen, en die jongen vertelde hoe veel hij niet had gelezen. Dostojevski! Dat vertelde hij in een interview met de BBC, die daar natuurlijk meteen op in ging. Een tennisser die ook nog wel eens wat gelezen heeft, dat wil natuurlijk wel wat. Op de vraag wat hij dan wel van Dostojevski had gelezen, was het antwoord: ‘The idiot’. Grote ogen, dat spreekt. Want wie zo’n dik boek zomaar vanzelf gelezen heeft, nou.’
‘Dat moet wel een intellectueel zijn!’
‘Ja. En wat was je dan nu aan het lezen, Tipsarevic? Een boek van Schopenhauer, hij wist niet hoe de Engelse titel ongeveer was, maar hij gaf wel een totaal onbetrouwbare samenvoeging van de inhoud. Terwijl hij die samenvoeging gaf, zwenkte de camera een keer naar de interviewer die er volkomen verbouwereerd bij zat.’
‘Die had zoiets nog nooit gelezen, bedoel je.’
‘Die had nog nooit van Schopenhauer gehoord, ja.’
woensdag 4 juli 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten