maandag 22 oktober 2007

Kapustin

Goeiemiddag Hadriana.
Ik ben net een uur in de weer geweest met mijn kachel: de waakvlam was uitgegaan en ging niet zomaar aan. Het is een ronde Pelgrim-kachel met, hoe moet ik het zeggen, ruitjes voor het vlamgedeelte. Die ruitjes moesten er dus uit, de boel moest schoongestofzuigd, de waakvlam moest tot leven gebracht worden (met een ouwe aansteker), en toen moesten de ruitjes er weer in. Dat laatste gaat nog wel met twee handen, het zijn 18 ruitjes die naast elkaar staan. Dus dat gaat nog wel. Maar toen moest ik dat hele gedeelte weer vastkruiskopschroeven of hoe heet het. En dat ging maar niet: ruitjes vielen er telkens uit. Uiteindelijk heb ik al die ruitjes met stukjes plakband vastgezet. Toen ging het. De boel vastgeschroefd, en de plakbandjes er weer vanaf gehaald.
Ik ben nu ‘Zomerhitte’ van Jan Wolkers aan het lezen, die novelle uit 2005 die je gratis kreeg bij je boekhandelaar. Wat een prachtig boek is dat! Hij schrijft ergens in het begin dat hij in Parijs een lekkernij kreeg: bladerdeeg met daarin gesmoorde morieljes. Precies hetzelfde heb ik, ruim 20 jaar geleden, ook geproefd bij kennissen in Amsterdam, en net als Wolkers kan ik me de smaak nog precies herinneren.
Voor die Kapustin met zijn geweldige techniek moet je even naar Bieslog gaan. Ja, hij is ook de componist van die stukken.
Een gemiddelde dag van mij gaat zo. De eerste mezelf is bijvoorbeeld goedmoedig, maar ik kan ook driftig wakker worden. Als ik de vorige avond iets geschreven heb dat opnieuw moet, bijvoorbeeld.
Dan is het de beurt aan de drentel-mezelf. Ik oefen elke ochtend een kwartiertje ‘het menselijke lopen zonder te vallen of te struikelen’. Dat doe ik sinds ik mijn tweede herseninfarctje kreeg. Het hangt er maar van af hoe het oefenen gaat. Gaat het goed, dan daalt een intense tevredenheid over mij heen. Gaat het niet goed, dan heb je kans op enig gescheld.
Daarna komt de douche-mezelf. Ik heb vanochtend tijdens het douchen Bach’s ‘Air’ gezongen, ongeveer op de manier van Bobby McFerrin, hoewel ik eigenlijk een stukje Vivaldi wilde doen, maar dat kon ik me niet voor de geest halen. Ik heb een heldere tenorstem die zo lelijk is, dat je onmiddellijk begrijpen zult waarom ik nooit ben getrouwd. Voor een vrouw is zulk een stemgeluid een ondraaglijke bezoeking.
Na het douchen, zingen en aankleden (gaat ook met gehum gepaard) neem ik mijn eerste vijf pillen van de dag, dan mijn ontbijt, en dan ga ik achter mijn computer zitten en werk ik mijn eventuele mails af. Ook ga ik elke ochtend even door mijn bookmarks (van Arnold Karskens tot en met de Wiskundemeisjes) om te zien wat ze nu weer verzonnen hebben.
Dan koffie en mijn muziek van de dag uitzoeken. Meestal is dat Bach, maar er zijn ook dagen dat ik kies voor Jan Akkerman of Corelli of Vivaldi of noem maar op.
Dan boatskâpjes doen. De rest van de ochtend is voor het lezen. Ik (her)lees nu boeken van Jan Wolkers. Ik lees altijd met een kladblokje rechts naast het boek. Op dat kladblokje noteer ik dingen zoals ‘Varkens!’ of ‘mezelf zoeken’ of ‘JJ Garfinkel, zo snel mogelijk → Europa’. Het zijn altijd heel korte notities, omdat mijn handschrift geruïneerd is, ook door dat herseninfarct. Zo had ik voor die valse citaten iets nodig van Gerrit Krol. Dan schrijf ik op: ‘Krol’. Wat ik dan bedenk, moet ik onthouden.
Dan is het langzamerhand twaalf uur geworden. Tijd voor drie pillen en voor het middageten. Na het middageten ga ik een uurtje naar bed. Naast mijn bed ligt nu ‘Tranen van een krokodil’ van Piet Vroon. Dat lees je even en dan val je vanzelf in slaap.
Wakker geworden herschrijf ik wat ik de vorige avond heb geschreven, of denk ik na over een praatje met Hadriana. Ik google wat, ik joetjoeb wat, ik schrijf wat dingen op mijn blog. Tegen vijven kijk ik even wat er op Eén Vandaag, Netwerk, Nova en Pauw & Witteman komt. En dan ga ik de kok staan uithangen. Ik neem weer drie pillen in, eet, was af (je moet er rekening mee houden dat ongeveer om de twee uur de drentel-mezelf weer optreedt, vooral als het oefenen ’s ochtends niet goed ging) en ga weer achter de computer zitten. De tv aan, als er leuke programma’s zijn tenminste. De afgelopen dagen heb ik volop genoten van het Engelse snooker.
Dan tegen elven nog één pil innemen en om middernacht ongeveer naar bed. Daar lees ik weer in Piet Vroon z’n boek (het kunnen ook boeken zijn van Hemingway, Sologoeb of Arnon Grunberg: als ze maar slecht geschreven zijn) en val ik hopelijk snel in slaap.
Maar nu ga ik eens kijken naar je Garfinkel.

1 opmerking:

Anoniem zei

Goedenavond Ben,
Wat een gedoe met die kachel, ik ben altijd een beetje bang voor gasapparaten.
Dat gerecht van bladerdeeg met gesmoorde morieljes ken ik wel, dat is ontzettend lekker. Het is alleen heel moeilijk om aan morieljes te komen, en als je al vindt kosten ze een fortuin.
Voor Kapustin ben ik even naar bieslog gegaan, hij is wel een virtuoso.
Mijn God, wat heb ik aangericht met mijn opmerking over mezelf tegenkomen?
Doe je dat 'menselijk lopen' op een loopband of loop je gewoon door je appartement heen?
Is jou stem ook een ondraaglijke bezoeking als je praat of alleen bij het zingen?
Jezus, drie vragen achter elkaar is wel erg veel. Sorry.
Jouw leven is ongeveer net zo opwindend en avontuurlijk als het mijne. Een thema met variaties.
Ik voel me er wel gelukkig bij.
Ik zou wel veel meer lezen als ik wat minder achter mijn PC zou zitten.
Ik ga eens even wat mail beantwoorden.