donderdag 2 augustus 2007

Twee maar

‘Vijfentwintig jaar geleden was ik eens op een feestje bij buurvrouw Mo. Van dat feestje bleven over: Mo, ik en een jongen, die als begeleider of zoiets werkzaam was in een inrichting voor kinderen. Mo werkte toen ook nog in die inrichting. Mo en die jongen praatten met elkaar, en ik zat er maar zo’n beetje bij.’
‘Zeker veel gedronken?’
‘Nee. Helaas niet. Als ik veel gedronken heb, meng ik me juist in conversaties.’
‘Dan maak je aardige opmerkingen, bedoel je.’
‘Ja. Tot veel meer ben ik nooit in staat geweest. Maar die Mo en die jongen praatten maar en praatten maar, en het ging over een meisje dat er slecht aan toe was.’
‘Een zelfmoordklantje?’
‘Ik dacht het wel, ja. En Mo en die jongen praatten maar door, en steeds ging het maar over dat meisje. Ik stond op een gegeven ogenblik op en zei tegen die jongen: als je een vent bent, haal je dat meisje in huis! Je laat haar niet verkommeren in die inrichting.’
‘Dat viel natuurlijk niet zo goed.’
‘Nee. Dat zag ik helemaal verkeerd, want enzovoorts. Aan dat verhaal moest ik vanavond denken toen ik nog even iets zag van het Belgische ‘Terzake’. De laatste tien minuten daarvan gingen over twee Congolese weesjongens in een orphelinat in, dat weet ik niet, Brazzaville misschien. Daar waren een Franse mevrouw en meneer op afgekomen. En die twee Fransen hadden het voor elkaar gekregen om die twee weesjongens een computeropleiding te laten volgen.’
‘Een wat?’
‘Een computeropleiding. En die twee jongens waren 6 en 8 jaar. Ze zaten in een weeshuis met nog twintig of dertig kinderen. Die kregen geen computeropleiding, begreep ik. Die kregen niets. En ik moest gelijk denken aan die jongen op Mo haar feestje, vijfentwintig jaar geleden. Een van die twee weesjongens in ‘Terzake’ kon geen woord uitbrengen, hij zei niks. Echt een zelfmoordklant, als je het mij vraagt.’
‘Je bedoelt, zo’n jongen heeft geen cursus nodig, die heeft een thuis nodig.’
‘Natuurlijk heeft ie een thuis nodig. maar dat heeft hij niet. Zijn vader en moeder waren overleden door, denk ik, aids. Het is logisch dat een jongen zwijgzaam wordt, als hij in een weeshuis zit met zalvende pleegzusters bloedwijn. We hebben ons doel bereikt, zeiden die twee Fransen tenslotte.’
‘Ze moesten dat soort toerisme aan banden leggen.’

Geen opmerkingen: