donderdag 23 augustus 2007

Waar doe je het voor, Ben?

Ik zou het ook niet weten. Ik schrijf gewoon de dingen op die ik vroeger in mijn brieven opschreef. Ik wou wel dat mijn verzonnen huisvriendin Sarah weer thuis was.
‘Verzonnen, zei je?’
Ja. Ik had gewoon een tijdje geen zin in ‘gesprekjes’ met haar. Dus ik heb haar weggestuurd, voor een weekje. Ze zit in Engeland.
‘Dan kan ze je toch bellen?’
Nee, haar mobieltje ligt hier achter me. Heeft ze vergeten.
‘Vooruit. Maar er bestaan manieren waarop je een groot publiek kunt bereiken, dat weet je.’
Dat weet ik, ja. Ik zou makkelijk een publiek van bijvoorbeeld 3800 mensen kunnen bereiken die me geregeld lezen. Krijg je ook een hoop reacties. Maar...
‘Maar?’
Er is iets in mij dat zich daartegen verzet. Ik schrijf bijvoorbeeld, bijna serieus, over de meritocratische democratie. Over dat onderwerp wil ik geen reacties lezen.
‘Die reacties zijn je al bekend, bedoel je.’
Ja. Alle tegenwerpingen en ook alle applaus ken ik al. Maar in het algemeen vind ik, laat de mensen maar oordelen over zeg twee jaar. Als ik 2000 stukjes geschreven heb, laat dan iemand maar oordelen.
‘Over het geheel.’
Ja, of nou ja. Ik ga natuurlijk gewoon door.

Geen opmerkingen: