zondag 23 september 2007

De toestanden in Amsterdam

Dat had ik ook zo graag gewild, Zeester, boeken pikken van mijn broer of mijn zusters. Maar ik was de oudste van de negen, en boeken hadden wij nauwelijks. Ik herinner me wel, stiekem, een boek gelezen te hebben dat van mijn vader en moeder was: ‘Het huwelijk tussen man en vrouw’. Daar stonden prikkelende plaatjes in, vond ik toen. Ik was elf.
Het lezen begon pas echt op de middelbare school. Ik kon gemakkelijk meekomen en hoefde dus weinig tijd aan huiswerk te besteden. Engels, Frans, Duits, algebra, meetkunde zijn mij echt komen aanwaaien, zo makkelijk vond ik het, en Nederlands was al helemaal een fluitje van een cent. Wilde je daar iets mee doen, buiten opstellen maken, dan moest je iets lezen. Ik ging lezen.
(Ik herinner me opeens een ‘vrij opstel’ dat ik schreef toen ik 13 of 14 jaar was. De titel was een uitspraak van mijn leraar Nederlands: ‘De toestanden in Amsterdam zijn turbulent!’ Ik verzon in dat opstel allerlei razzia-achtige situaties.)
Ik herinner me een avondje bij Siep Valkering, een vriend uit die jaren, die Nederlands ging studeren. ‘Wat voor boeken moet je dan lezen?’ vroeg ik. Hij liet me een lijstje zien. Bijna al die boeken had ik inmiddels al gelezen, dus (dacht ik) een studie Nederlands zou voor mij in elk geval niets zijn.
Ik spreek nu over het begin van de jaren zeventig, toen een leraar Nederlands (wat ik me voorstelde ooit te worden) nog iets wist van de taal, en ook iets gelezen had.
Rond mijn twintigste begon ik me te interesseren voor de Engelse en Russische literatuur, en ook voor de Russische ‘toestanden’, voor Karel van het Reve en ga zo maar verder. Die interesse is nooit verdwenen.
Van de science fiction, een genre dat ik nooit heb leren liefhebben, ken ik alleen ‘1984’, ‘Brave new world’ en ‘Wij’ van, ik meen, Zamjatin.

1 opmerking:

Anoniem zei

Omdat ik de boeken van mijn broer pikte besloten mijn ouders mij een abonnement op de bibliotheek te geven. Ik besef ook best wel dat ik een prettige jeugd heb gehad, zonder zorgen en problemen.
Ik heb het nooit erg gevonden dat we een klein gezin hadden al vind ik dat nu wel erg jammer.
Ik heb ook nooit problemen op school gehad, alles ging vanzelf.
Ik vind het nog steeds jammer dat ik toen niet het advies van mijn lerares heb opgevolgd en Frans ben gaan studeren. Ik ben nog wel een jaar 'au pair' geweest bij een Frans gezin in Luxemburg.
Science fiction lees ik inmiddels nog nauwelijks.
Mijn ouders hadden trouwens ook zo'n boek over het huwelijk. Bijzonder leerzaam was dat.