woensdag 19 september 2007

Gedichtje

Met haar woorden, mooi als ’t kwelen
van een vogel in een kooi,
wacht ze wie haar stil wil strelen,
haar bestelen van haar tooi.
En in kelders met haar spelen
als een roofdier met zijn prooi.

Deze is van Hendrik de Vries, een man die eigenlijk nog geloofde in die tegenstelling tussen man en vrouw. Zoals de gemiddelde VVD-er nog, ouderwets, gelooft in die tegenstelling tussen Rita en Mark.

Geen opmerkingen: