Ze wil inderdaad op een waardige manier ‘gaan’ - maar samen met haar buurman. Dat is het probleem. Of andersom, als hij wil ‘gaan’, dan moet zij mee.
Het probleem is dus de motivatie van de ‘volgende’ partij.
Normaal gesproken lost zich zoiets op tijdens het schrijven, maar hier weet ik het nog niet. Eerst nog even nadenken: moet het een ‘kaal’ verhaal worden, of juist niet? Een verhaal met allerlei achtergronden, of juist niet?
(Ik weet al een scène waarin jouw jasmijnverhaal een plaats zou kunnen krijgen!)
woensdag 19 september 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Zij heeft geen ouders meer en geen broer meer, zij heeft niemand meer die met haar kan praten over haar jeugd. Ze voelt zich ontdaan van haar verleden.
Ze ontmoet iemand die een zielsverwant lijkt te zijn.
Een reactie posten