zaterdag 22 september 2007

Tegen de Dwarslezer

Ik had gisteravond, kort, hier een bericht staan onder dezelfde titel als de titel die u nu leest. Ik schrapte dat bericht, omdat ik het bij nader inzien geen goed bericht vond. Het bericht bestond dus maar een paar uur, dat was genoeg voor Dwarslezer om een tegenbericht te schrijven op zijn weblog.
Ik schrapte dat bericht (volgens Wim de Bie moet je nooit iets schrappen, want dat zou kinderachtig zijn. Ik ben het daar niet mee eens) omdat ik geen oorlog wil tussen de Dwarslezer en mij. Nu is er toch oorlog.
Waar gaat het om. Het gaat bijvoorbeeld om het feit dat Kamerleden (of ministers, daar wil ik vanaf wezen) ons op de nullijn willen houden, maar zelf mooi 10% extra opstrijken. Een schandaal, dat ben ik met de Dwarslezer eens. Maar dat vind ik geen schandaal omdat ze er zelf 10% rijker van worden. Het kan me ook geen barst schelen wat Rijkman Groenink verdient met het uitkleden van zijn bank. Ook kan het me geen barst schelen dat ikzelf op de nullijn blijf. Ik kan morgen toch, net als vandaag, m’n bloemkool en m’n piepers kopen? Nou dan. En anders teel ik ze.
Het schandaal zit ’m in het voorbeeld dat ze geven: jongens, pak maar, graai maar raak, wij doen het zelf ook. Dat is verkeerd.
Verder schrijft de Dwarslezer (ongeveer) ook dat ze geen geld overhebben voor de thuiszorg, maar wel geld zat voor de oorlog in Afghanistan. Ja, dat is ook verkeerd. Daar kiest men voor. Als u dat in den vervolge anders geregeld wilt zien, moet u GroenLinks of SP stemmen, wat ik u trouwens sowieso kan aanraden.
Kijk, ik ben het met de Dwarslezer eens als hij zegt het vreemd te vinden dat Kamerleden die nog niet eens het ‘Wat & Hoe in het Nederlands’ kennen, voor de interruptiemicrofoon staan te verkondigen dat minister Plasterk het maar uit zijn eigen begroting moet zien te halen.
Maar ja, denk ik ook bij zulke beschamende vertoningen, we hebben dit systeem nu eenmaal. Ik zie niet zo gauw een beter systeem.
Het meningsverschil tussen de Dwarslezer en ik komt erop neer dat de Dwarslezer zegt: ‘Ik ben er tegen!’ en dat ik zeg: ‘Ik ben er ook tegen, maar ja.’
(Even goede vrienden, Dwarslezer!)

Geen opmerkingen: